Verslag ADE Next: Interface presents ‘In the Studio With…’

Met De Sluwe Vos, DJ Même, Glowinthedark en The Mighty Fools

Muzieknieuws 25-10-2015 16:11

De rij op de trap was immens lang voor de Interface-sessies ‘In the Studio With…’, 17 oktober 2015 tijdens ADE Next. We konden op de intieme zolderetage van Felix Meritis steeds maar 30 mensen herbergen en er wilden er wel 200 naar binnen. Volgend jaar maar weer in een grotere zaal!

door Ben van het Veld 

 




ADE Next is het jaarlijkse evenement tijdens Amsterdam Dance Event dat zich richt op de ‘next-generation producers and dj’s’. Op zaterdag 17 oktober waren er weer volop workshops, demopitches en panels voor dj’s en producers. Interface presenteerde ‘In the studio with…’ met DJ Memê, Glowinthedark, De Sluwe Vos, en Mighty Fools. Een verslag!


‘In the studio with…’ is een heel mooi concept, waarbij je met maximaal 30 mensen in een studiosituatie de productiemethodes van Neerlands beste dj-producers kunt bekijken, er vragen over kun stellen, en dus in een klein uur heel veel te weten kun komen.


In the studio with… DJ Memê
Brazilië’s bekendste dj, DJ Memê, remixte onlangs een track van Justin Timberlake en liet in de Interface Magazine Studio zien hoe hij die remix aanpakte. Memê is een fan van het nummer Suit & Tie. Zo zelfs, dat hij op een dag Googlede naar een a capella ervan. En die vond hij op YouTube. Mét koortjes én galm. Het eerste wat hij ermee deed, was er een snellere versie van maken met de Xform plugin in ProTools, de daw waar hij altijd mee werkt, want over de sound van bijvoorbeeld Ableton Live is hij minder te spreken. “Xform is snel. Vroeger duurde het maken van een tempoverandering uren en ondertussen kon je niks anders op je computer doen. Nu is het een kwestie van seconden of minuten. En de kwaliteit is uitstekend, ook bij extremere tempoveranderingen.”, zegt Memê. Hij nam zich voor geen zooitje van zijn remix te maken, want het was een goeie song. Die wilde hij een eer betonen. Zijn idee was er een old school sound en feel aan te geven. Dus na het plaatsen van een kick en een snare op 117 bpm, ging hij iets lenen uit de disco: een 'piew', van een sinus. In dit geval die van Ain't No Stopping Us Now, van McFadden & Whitehead, uit 1979, zeker bij zijn aanwezige generatiegenoten een bekend nummer. Het verdere arrangement hield hij simpel. Qua akkoorden week hij niet van het origineel af.
 



“Tegenwoordig werk ik alleen met Vsti's. Vroeger had ik allemaal echte instrumenten, maar die heb ik verkocht; daar heb ik aardig aan verdiend. Nu hoef ik gelukkig niet meer steeds met mijn Rhodes naar de reparatie”, grapt Memê. Voor de basslijn in deze remix heeft hij Reaktor van Native Instruments gebruikt. Maar meestal kiest hij voor SubBoomBass van Rob Papen. Memê was verrast te horen dat Rob Papen een Nederlander was. Voor de strings gebruikte hij Omnisphere, ook al zijn het maar twee akkoorden. Voor de wah-gitaar greep hij naar Scarbee Funk Guitarist, dat ook weer in Kontakt van Native Instruments draait. Alle ingespeelde vsti-tracks rendert hij naar audiotracks, omdat hij daar de sound beter mee kan maken. De bijbehorende miditracks zet hij uit, liet hij zien. Op de publieksvraag of hij veel compressie gebruikte, antwoordt hij: “Op alles, maar op de kick zo min mogelijk, want het moet 'loud' zijn”. Hij liet zien hoe hij de resterende drumloops eerst door een equalizer van Sony Oxford (Sonnox) stuurde, en vervolgens door een L3 Ultramaximizer compressor van Waves. De Sonnox eq gebruikt hij graag, vanwege zijn heldere sound, die te danken is aan George Massenburg, de gerenommeerde engineer, die ook zijn eigen eq's op de markt brengt. Mixen doet Memê 'as you go', dus al tijdens het produceren en arrangeren.
Masteren vindt Memê een moeilijk vak, dus dat besteedt hij uit. Een bezoeker vraagt of hij geen last had van de reverb die al in de a capella aanwezig was. Memê: “Nee, dat viel in dit geval mee. Maar altijd gewoon proberen er wat van te maken.” Op de vraag of hij eerst een plan had bedacht toen hij met de remix begon, reageert Memê: “Nee, hij vond het gewoon een “wow”-nummer en ging ermee aan de slag. Toen het af was heeft hij het door vrienden op de radio laten draaien. Dat werd door platenmaatschappij RCA gehoord. Die hebben het vervolgens goedgekeurd.


In the studio with… Glowinthedark
In 2013 deden ze al een gloedvolle workshop voor ons tijdens ADE Next over de track die het duo wereldfaam bracht: Ain’t A Party, die ze in samenwerking met David Guetta maakten. Nu was Glowinthedark in intiemer verband aanwezig. De mannen zijn veel aan het touren. En ook dan schrijven ze bijna voortdurend. Daarom hebben ze een compacte, mobiele studio: een laptop en Mmnox Bluetooth Wireless Speakers. Met die speakers heb je toch een goed bruikbare sound. Natuurlijk wel heel wat anders dan de Genelec's 8040A en KRK's, via een Audient geluidskaart, in hun echte studio. Hun headphones zijn, 'uiteraard', die van Dr. Dre.





Ze lieten horen hoe ze met de microfoon van de laptop een vocal van een van hen hadden opgenomen met een verbazend goeie geluidskwaliteit: met een nachtkussen achter zijn hoofd, op slechts een paar centimeter van de microfoon Live in gestuurd en daar met een effectchain bewerkt. Soms moet je dus gewoon maar eens iets geks proberen. Ze werken nu samen met David Guetta en ook met Afrojack. Van beiden leren ze veel, onder andere over sounds en songstructuren. Dan duiken we met hen hun nummer Hey Mama in. De kicksound maken ze soms met parallelle compressie. Ze laten horen hoe dat de sound en dynamiek beïnvloedt. Een trucje dat ze vaak gebruiken is het toevoegen van een beetje ruisend geluid, dat ze zacht in de achtergrond laten klinken zodat het niet opvalt, als je er gewoon naar luistert; je hoor het alleen echt, als je het op het solo zet. Daarmee, vertellen ze, vul je het geluidsspectrum op, waardoor je een vollere totaalsound krijgt. Tenslotte: tijdens het produceren staan de mastering effecten altijd uit.


In the studio with… De Sluwe Vos
In Interface 192, oktober 2015, kun je een groot interview lezen met De Sluwe Vos. ‘Ik hou van kapotte shit’ is de headline boven het artikel. In de Interface Magazine Studio toonde hij dat volop. Niet aan de hand van een van zijn al gereleasde nummers, maar door te laten zien hoe hij het schrijven van een nummer aanpakt. Hi  begint dus met een helemaal leeg project in Ableton Live. Het eerste dat hij altijd doet, is het plaatsen van een basic kickpatroon: één op elk van de vier tellen. Voor een goede sound 'stapelt' hij samples, zoals in dit geval een 909 kick, met daarover een 808-kick, die een beetje korter is, en daarover een HipHop-kick. Goeie samples vindt hij gratis online. Punch, byte en sound geeft hij de kick graag met een plugin van Audio Damage, de Kombinat. De beat maakt hij altijd af met dezelfde 808-clap en een basic house-hihat. Tijdens het produceren kan hij de BPM aanpassen, zodat elk element de nodige ruimte krijgt, waardoor alles mooi in de mix komt te liggen. Daarbij zet hij graag zijn favoriet voor side chain effecten in, de LFO Tool van Xfer. En voor heftige distortion gebruikt hij bij voorkeur de standaard Overdrive van Ableton.





Hij maakt hij een melodie met een sinussound uit Ableton's Operator. Hij speelt alles in met de toetsen van zijn computer. ‘Ik haat keyboards!’, zegt hij. Dan voegt hij reverb toe. Soms zet hij er wel drie naast elkaar en tweakt daar net zo lang mee tot het klinkt. Om de melodie interessant te maken, zet hij hem er vaak ook nog één octaaf onder, of, soms deels, bijvoorbeeld er zeven tonen boven. Ook maakt hij de melodie liever acht maten lang, dan vier maten. Die herhaalt hij, waarna er, helemaal volgens goed EDM-gebruik, een breakdown volgt: de beat verdwijnt en verder laat hij daarin liefst zo min mogelijk klinken, voor een maximale impact. Hij voegt nog een basslijn toe, een koorsound met Magnus Choir, die hij zacht zet, een old school housestringssound. Het staat!


In the studio with…
Mightyfools
‘High energy music built to destroy clubs’. Zo wordt de dance van Mightyfools geafficheerd. In de workshop nemen ze hun hun nummer So Dope onder de lope. Ze zijn er namelijk nog niet tevreden mee. Een normaal verschijnsel, want zo verloopt hun schrijfproces: eerst bouwen en uitbreiden, dan weghalen tot je bij de essentie van het nummer bent en dan nog iets toevoegen dat het afmaakt. Gemiddeld duurt dit bouwen, schrappen en afmaken iets meer dan drie maanden per nummer. Ze zien zichzelf als dj's, niet als producers. Ze maken dus goed mixbare clubbangers, geen radiosongs. Ze werken in FL Studio. So Dope bestaat op die middag uit 53 sporen. Zoals meestal, zijn ze het nummer begonnen door iets te doen met een preset uit Serum, de wavetable vsti-synth van Xfer. Die kennen ze goed en ze weten er dus snel in te vinden wat ze op een bepaald moment voor een nummer zoeken.




In So Dope hebben ze er alle basslijnen mee gedaan. Mighty Fools nemen ons mee langs verder gebruikte Vsti's en effecten. Waves Renaissance Bass, Waves Maserati distortion, de Sugar Bytes Effectrix effect sequencer, Soundgoodizer, FL Reverb, Kickstart van Nicky Romero, Noveltech Character (niet op vocals, wel op bass), en nog veel meer. Zoals de bx-control v2, van brainworx, waarmee ze het laag onder een te kiezen frequentie mono maken, afgestemd op de club. In Nexus gebruiken ze graag de presets Magnalead en Magnatron als vertrekpunt. Ze zijn fan van SPL Vitalizer, want daarmee voeg je laag toe, zonder dat dit 'headroom' in je mix kost. Tijdens het produceren, houden ze de levels liefst laag. Masters om in clubs te proberen, maken ze met T-RackS en SPL Vitalizer. Brengen ze de track uit, dan laten ze hem masteren en halen ze T-RackS en Vitalizer er eerst af. 

www.amsterdam-dance-event.nl 

 

zoeken
zoeken