ADE Sound Lab: In The Studio With... - verslag!

Met Jameszoo, Deltawerk, Weval en Sjamsoedin

Muzieknieuws 24-10-2017 12:10

ADE trok dit jaar 395.000 bezoekers. Opnieuw een record. Een paar duizend daarvan bezochten ADE Sound Lab, waar het voor Interface-lezers goed toeven was. Een verslag van ons eigen event: In The Studio With… met Jameszoo, Deltawerk, Weval en Sjamsoedin.

Wat een verademing dat er in deze editie van ADE veel live te genieten viel. Echt live dan. Niet een dj die met wat filtertjes de illusie van live geeft. Nee, we hebben heel mooie dingen gezien die daadwerkelijk ter plekke geproduceerd werden. Van het waanzinnig virtuoze op footwork gebaseerde optreden van JLin, de artistiek hoogstaande plaatpresentatie van Binkbeats, tot de uitgelaten percussieve performance van Kuenta i Tambu. En eigenlijk vooral het openingsconcert van Jameszoo met het Metropole Orkest. Hoe een alternatieve ziel als Mitchel van Dinther aka Jameszoo, ontroerende composities maakt die in orkestbezetting maximaal renderen. Schitterend. Dat Jameszoo ook tijdens onze In The Studio With… sessie nog eens de zinnen verzette met een boeiende uitleg over zijn aanpak van feedback gaf extra glans aan het geheel.

 
Jameszoo & Metropole Orkest

In the studio with… Jameszoo
In het coverinterview in Interface 212, oktober 2017, kondigde Jameszoo het al aan. Zijn In The Studio With… sessie zou hij wijden aan feedback synthese. Hij leidt het tijdens de workshop als volgt in: Ik ben op zoek naar dingen die leuk zijn. Tijdens een conventie liep ik Ernst Bonis (jarenlang Interface-auteur geweest, red.) tegen het lijf. Ik raakte in gesprek over fm-synthese, iets wat ik al tijden gebruikte zonder daar bewust van te zijn (Jameszoo laat een fragment van ztrack Rolrolrol horen van zijn recente ep Flake, waar fm synthese in is gebruikt, red.), en het gesprek liep over naar feedback synthese.



Jameszoo demonstreert dit met Nord Modular Synth, software waarbij je patches in je Nord kan laden, maar ook direct kan horen. Er worden twee oscillatoren geopend. De pitch van de ene oscillator wordt door de andere ge-route en vice versa. ‘Complete nonsens’, oppert Jameszoo. ‘Het lijkt nutteloos, en dat is het ook wel een beetje.’ Je hoort een soort krakend, zichzelf opslokkend geluid dat je zou verwachten van kapotte militaire apparatuur. ‘Ha! Instant sounddesign. Handig, want met deze vorm van synthese kan je zonder voorkennis niets fout doen.’

Het wordt al gauw duidelijk dat er niet echt een vorm van logica in zit. De oscillatoren laten feedbacken, effecten en andere modulatie toevoegen, aan wat knopjes draaien en je krijgt brommende bassen, afgewisseld door knisperende tikjes en een boel ruis. Dat kan de basis voor een compositie zijn. Onthoud: logica is niet altijd behulpzaam. Deze manier van synthese past bij Jameszoo’s filosofie: ‘Ik maak een collage, ik verzamel zoveel mogelijk materiaal, en uiteindelijk knip en plak ik wat ik vindt kloppen. Ik laat zo’n loop vaak een tijd lopen en dan haal ik er later uit wat bruikbaar is. Met midi raak ik verloren in een masochistisch stramien van aanpassen en nog meer aanpassen. Dit is zoals het is.’  (Hajo Krijger)



In the studio with: Sjamsoedin

Vorig jaar was ‘modular’ een noviteit én focus van ADE Sound Lab. Dit jaar was het een vanzelfsprekendheid geworden. Ook tijdens de In The Studio With… sessies in de Interface Magazine Studio van de Brakke Grond kwam dat naar voren, vooral bij de workshop van Sjamsoedin. 
Hij komt van ver. Bij de aanvang van zijn sessie, waar hij veel vertelt over zijn modular setup, deelt Sjamsoedin dat hij voorheen vooral een ‘in the box’ producer was: ‘Drums in een grid, veel automation. Dat gaat inspiratie tegen. Muziek gaat niet om het tekenen op een computer maar om het gebruiken van je lichaam en het luisteren naar wat je doet. Bij modular krijg je direct feedback. Het opent je geest in het proces van muziek maken en wat dat nou eigenlijk inhoudt.
‘Je hebt bijvoorbeeld ook geen tien minuten nodig om een kick te zoeken; een goede kick is een goede kick.’

En je moet je zelf niet vervelen tijdens het proces van muziek maken, vindt Sjamsoedin. Gewoon je apparaten bespelen, multitracken en na een uur alle goede stukjes plakken. Als het werkt, dan is het hem. Zo niet, dan niet. Voor de ritmesectie heeft Sjamsoedin een Akai MPC Studio meegenomen. Klinkt anders dan de 2000. Nog steeds een mooi geluid, overigens. Bovendien kun je in 30 seconden je complete drumsectie afhebben. Dan blijft de flow in het muziek maken.

Waarom dan een modular setup? Met synths kun je ook heel hands-on te werk gaan, toch?
‘Ik ben geen purist,’ meldt Sjamsoedin ‘Iedere modular heeft, net zoals elke synth, zijn eigen karakter. Je zoekt wat bij je past en wat je fijn vindt. Ik koop ook nog synths hoor, maar modules kopen blijf ik voor de rest van mijn leven doen. Het is ook een soort verslaving.
‘Een gedeelte van de modularfilosofie is: Wat je nu hebt, is er nu, morgen hoeft het er niet te zijn. Een heel bevrijdende visie vind ik dat. Ook niet alles hoeft perfect te zijn. Als ik twee kicks over elkaar gooi krijg je soms phasing issues. Dat vind ik juist wel leuk klinken, een beetje wonky. Omdat ik alles multitrack kan ik later nog mixen. Ik probeer me niet blind te staren op technische bullshit. Als het goed klinkt klinkt het goed.’
Hij wordt even afgeleid door zijn Vermona DRM-1, waarbij hij stelt dat hij een hele track kan maken, met alleen dit apparaat. Hij bedenkt zich dat dat wel een mooie uitdaging is en warempel, hij verzamelt alle onderdelen van een track met alleen de DRM.

Halverwege de sessie gaat Sjamsoedin door zijn modules heen. Een clockmodule waarmee je polyritmiek kan verwezenlijken. De volgende module is een zelfgemaakte module, met een bouwpakket van Mutable Instruments Braids. Een veelzijdige module die akkoorden triggert en door wavetables heen gemoduleerd kan worden. Ook is er een Klee sequencer. Die triggert de andere modules, maar heeft ook invloed op de control voltage.

‘Werken met modulars is een gesprek. Als ik zeg: geef me een loop met 16en in deze toonsoort. is wat ik terugkrijg precies wat ik gevraagd heb, maar totaal niet wat ik verwachtte.’  (Hajo Krijger)

 

In the studio with… Deltawerk
Nadat Pascal Terstappen en Hessel Stuut overtuigend hebben laten zien en horen hoe ze hun muziek met video en laser op ADE 2016 hebben gecombineerd, presenteren ze tijdens deze sessie hoe ze hun muziek live ten gehore brengen. Daarvoor hebben ze enkele instrumenten uit hun studio meegenomen: hun laptop, een Korg Polysix, een Roland TR-8, een ARP Odyssey (nieuwe versie met midi-in), een Alesis VI49 midikeyboard en een Akai APC20 (vooral om clips mee te triggeren). Op de Alesis kun je heel gemakkelijk kanalen aan en uit zetten. Zo hebben ze alleen daarmee al vier synths paraat, waarvan de sounds (na keuzes in de Alesis-midimap) heel gemakkelijk te manipuleren zijn, met de envelope, het filter en de resonance. Ook hebben ze voor delay en reverb elk twee knoppen gemapped (beide time en dry/wet).


Eerder schreven ze hun muziek zonder vooruit te denken over hoe ze die live moesten uitvoeren. Nu schrijven ze vanuit de live setup. Daar gebruiken ze ook softsynths in, zoals de TAL Bassline-101, want ze hebben graag veel sounds binnen handbereik. Die draaien dan in Ableton Live, waarmee ze ook in de studio werken. De sounds die ze kiezen, blijven niet steeds dezelfden; over een maand kunnen het weer anderen zijn. Ze werken altijd vanuit de gedachte dat muziek maken vergelijkbaar is met koken. Er moet variatie zijn in de ingrediënten van de maaltijd. Spaghetti met alleen brood en aardappelen zal bijvoorbeeld niemand gauw echt lekker vinden. Hoe hun werkwijze in de praktijk uitpakt kreeg het publiek vervolgens te horen en te zien, gedurende een circa 5 minuten durende live jam. Applaus! Zo jammen ze ook in de studio, bijvoorbeeld een uur lang, waarna Pascal er de te gekke stukken uitzoekt, waarmee ze verder kunnen bouwen aan een nummer. Gevraagd werd naar welke effecten ze op de master zetten. ‘Weinig’, luidt het antwoord, ‘een limiter, de FabFilter Pro-L’. Ze merken wel, dat ze live minder pumpy klinken dan dj’s die voordat ze optreden, alleen gemasterde tracks heeft gedraaid. Uit het publiek komt het advies het dan eens te proberen met een hardware compressor. Hun laatste tip is voor nieuwe inspiratie: zet je spullen eens anders neer, vooral tijdens jammen zul je dan gedwongen worden van je gebaande paden af te wijken. En dat kan tot hele leuke, voor jou nieuwe resultaten leiden. Deze tip hebben ze van Jack White. (Ben van het Veld)

 

 

In the studio with… Weval
Weval werkt vanuit intuïtie. Muzikaal geschoold zijn ze namelijk niet. En ook technische kennis over bijvoorbeeld synthesizers is beperkt. Maar ze vinden het enorm leuk om te doen. Ze hebben twee basisregels die ze steeds vooruit helpen. De eerste is dat je vooral moet doorgaan zolang je het idee waaraan je werkt voelt. Want stop je om even iets anders te doen, dan kan je het gevoel met dat idee kwijtraken. De tweede is dat je elementen moet gebruiken die je echt te gek vindt. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je een hihat tegenkomt waarvan je echt denkt dat hij swingt. Dan kun je die in het begin van het productieproces tot de lead voor je track maken. Als vanzelf voeg je daar dan bijvoorbeeld een hook aan toe. Als het allemaal maar elementen zijn waar je echt tevreden over bent, dan resulteert dat uiteindelijk in een song waar je blij mee bent.

De eerste song die ze presenteren heet Square People. De baslijn was een midiloop. Eerst hoorden ze het er niet in. De baslijn vonden ze nogal funny en superhappy. Dat combineerden ze met droevige, melancholische akkoorden en een valsige gitaar. Daardoor werd het interessant. Ook door de hihat. De basmidiloop speelden ze op een Juno 106, met een sound met een wat trompetachtige attack. Daar zetten ze een phaser uit Logic op. Met 3 eqs haalden ze er veel laag uit, wat de sound minder boomy maakt én scherper hoorbaar in de mix. Met een chorus maakten ze de sound stereo. Uiteindelijk klinkt het niet meer als een Juno.

De hihat komt uit opnames van hun drummer, die hij met zijn vorige band maakte. Toen die band stopte, mocht hij alle opnames meenemen. De originele hihattrack klinkt veel langzamer en had veel meer attack. De hihatloop hebben ze in Recycle – een programma van de makers van de DAW Reason, waarmee je midiaanstuurbare REX-files kan maken – in stukjes geknipt, waarna ze hem hebben afgespeeld en aangepast (o.a. de decay, voor een meer human feel) in een loopplayer van Reason, Dr. Octo Rex. Ze werken dus zowel met Logic als met Reason. Reason vinden ze heel geschikt voor drums, vanwege Dr. Rex en er zit een heel veelzijdige en prettig klinkende distortion/compressor in, die Scream heet. Reason hebben ze via Rewire als slave op Logic aangesloten. Bij voorkeur werken ze met drums met een seventies sound. Door zulke drumloops op de hiervoor beschreven manier te bewerken met Recycle en zo, kun je housebeats maken met een seventies sound.

Een voorkeur voor hardware of Vstis hebben ze niet; ze gebruiken ze beide. Hardware vinden ze wel wat preciezer en beter te eqen. Vstis vechten eerder met elkaar om een plek in de mix. Tijdens live optredens gebruiken ze Ableton Live als hoofdtool, waar ze veel elementen van de songs inzetten. Daarmee en met hardware synths improviseren ze dan. Daardoor klinken de songs anders en rauwer, dan de albumversies. Qua sound en stijl hebben ze geen format. Zolang het fun is,    blijven ze zoeken en experimenteren. (Ben van het Veld)

zoeken
zoeken