Roland-oprichter Ikutaro Kakehashi overleden

Een ware visionair over synthesizers en de muziek van de toekomst

Merknieuws 03-04-2017 12:01

Op 2 april overleed Ikutaro Kakehashi, oprichter en zo'n 45 jaar lang directeur van Roland. Na zijn pensionering bleef hij heel actief, en in zijn laatste jaren zette hij nog een geheel nieuw merk op de markt: ATV, een hoogkwalitatieve drummodule. Kakehashi werd 87 jaar.
Interface-auteur Allard Krijger kreeg in 2002 de gelegenheid Kakehashi te interviewen, resulterend in een prachtig artikel, waarin breed gefilosofeerd werd over sound, musiceren en de toekomst van de elektronische muziek. Download de pdf van het artikel met de de link hierboven, of lees het hieronder!

Kakehashi ofwel Mr. K, was opgeleid als technicus en hield zich aanvankelijk bezig met de reparatie van horloges en klokken, later elektronische orgels. In 1960 richtte hij Ace Tone op, de voorloper van Roland. Ace Tone barcht orgels, synths en drummachines op de markt, waarvan de R1 Rhytm Ace de bekendste is. In 1972 richtte hij Roland op - een naam die hij uit een telefoonboek haalde -, waarna een gigantische reeks 'classics' volgde. Tal van Roland synthesizers waren baanbrekend, zoals  System modulaire synths, Jupiters, en Juno's. De TR-808 en TR-909 drummachines hebben de muziekgeschiedenis veranderd. De TB-303, VP vocoders, Space Echo waren al net zo baanbrekend. Maar ook ontwikkelde hij midigitaren en gitaarversterkers. Last but not least hebben de V-drums hebben elektronische drums volwassen gemaakt. In maart 2013 legde Kakehashi zijn functie bij Roland neer, kort nadat hij een Grammy kreeg voor zijn grote bijdrage in de ontwikkeling van muziektechniek.

Een fragment uit de NTR-documentaire Planet Elektro: 



Het interview in Interface 58, mei 2002

Ikutaro Kakehashi (7-2-1930/1-4-2017)
Een ware visionair over synthesizers en de muziek van de toekomst

 

door Allard Krijger

 

Roland bestaat op 18 april precies dertig jaar. Tijdens de afgelopen Musikmesse Frankfurt kreeg de oprichter, Ikutaro Kakehashi (77), de mipa Lifetime Achievement Award. Deze door de internationale vakpers uitgeloofde award ontving hij uit uit handen van niemand minder dan Bob Moog. Interface trok daarop de stoute schoenen aan en vroeg in het feestgedruis na afloop om een interview aan de winnaar zelf. Deze bestudeerde enige tijd de hem aangeboden businesscard en stemde na het aanhoren van de filosofie achter Interface in. De volgende dag om tien uur mochten we ons melden en dat monde uit in een gedenkwaardig interview waarin hij zijn visie op de toekomst van de muziek geeft, het verhaal achter de TR-909 uit de doeken doet en waarin we er eindelijk achter komen waar de naam Roland vandaan komt.

 

Interview in Frankfurt 2002 de ochtend na de overhandiging van de MIPA Lifetime Achievement Award


Voordat we de man zelf aan het woord laten, wil ik eerst even wat gedachten op een rijtje zetten met betrekking tot Roland als fenomeen. Kakehashi begint in 1972 met Roland, na eerst een orgelbedrijfje (Ace Electronics) te hebben gehad. Het bedrijf en vooral de naam zijn inmiddels zó ingeburgerd en zo groot dat je er niet meer bij stilstaat dat het bedrijf ooit heel klein is geweest. Dat geldt ook voor Midi, een van de bijproducten van het fenomeen Roland. Midi is zo vanzelfsprekend geworden, dat we niet goed meer beseffen dat een algemene industriestandaard, dwars door alle merken heen, allerminst voor de hand liggend is.

 


Roland heeft in deze ontwikkeling een belangrijke rol gespeeld. Ook de standaardisering van een en ander, zoals we nu in General Midi kennen is erg Roland georiënteerd (te merken aan noottoewijzing van de drumsounds en instrumenten als ice-rain, die ook al in pre-GM Roland modules voorkwamen.). Verder heeft bijna iedereen wel ergens een Roland module staan voor huis, tuin en keuken geluiden. En, last but not least, enkele Roland producten vormen de motor waarop de gehele moderne Dance muziek scene nog steeds draait.

 

What’s in a name

Na het overbrengen van onze welgemeende felicitaties over het winnen van de Lifetime Achievement MIPA Award vragen we hem gelijk naar de oorsprong van de naam Roland. Vaak hebben we ons afgevraagd waarom Roland, toch een echte Japanse onderneming, zo’n tamelijk Westers klinkende naam heeft. Veel mensen denken daardoor zelfs dat Roland helemaal niet uit Japan komt. Hoe kwam hij nou op die naam?

Kakehashi: “Uit een woordenboek!” waarna hij uitbundig begint te lachen en verder vertelt: “Ik zal het laten zien.” Hij pakt pen en papier en begint letters onder elkaar te schrijven: S, F, G, H, Y, K. Hij licht toe: “Kijk de S was al in gebruik. Dat is Steinway, F is Fender, G is Gibson, H, Hammond, Y is van Yamaha, K is van Kawai. In die tijd nog niet zozeer Korg, maar eerder Kawai.


En zo ben ik het hele alfabet langsgegaan. De A was al van mijzelf, met Ace Electronics. Uiteindelijk ontdekte ik dat de R nog vrij was. Dus ik dacht: ‘I mus’ use R’. Ik heb toen een woordenboek en het telefoonboek erbij gepakt. Zo kwam ik erachter dat namen als Rowland en Rolland veel voorkomen. Op zijn simpelst spel je dat ‘Roland’, dus heb ik daarvoor gekozen. Een heel belangrijk punt hierbij is dat zowel Fransen, als Duitsers, Spanjaarden en ook Amerikanen en Engelsen en zelfs jullie, het allemaal ongeveer hetzelfde uitspreken: Roland. Net als ‘Coca Cola’. Dus, het is een goede naam!!

Oké, maar toen had ik nog wel een probleem. Voor Japanners zijn de R en de L gelijk aan elkaar. Dus zij spreken het uit als Loland ?!. Maar ook daar hebben we een oplossing voor: Als iemand bij ons komt soliciteren dan vragen we hem of haar hoe je onze naam uitspreekt! Doen ze het fout dan leren we ze het gewoon. Overigens staat dit verhaal ook in een boek dat ik geschreven heb. De Engelse versie daarvan verschijnt in april/mei.”

 

De flop die succes had

Ikutaro Kakehashi is een levendige man. Hij heeft zichtbaar plezier in het doen van boute uitspraken. En die maken nog meer indruk door zijn opvallende Engelse uitspraak. Uitspraken die hij doet als we hem bijvoorbeeld vragen hoe denkt over het feit dat zijn bedrijf de fundamenten heeft gelegd voor de huidige dance scene. Hoe ziet hij zelf het aanvankelijke floppen en later onverwachte succes van de TR-909/808 en de TB-303?

 “Misschien waren we te vroeg met het uitbrengen van deze instrumenten. Ze werden overigens ook opgepikt door een heel andere groep muzikanten dan de oorspronkelijke doelgroep. Muzikanten kunnen vaak onverwachte, creatieve dingen doen met je product en onze R&D (research & development) afdeling is wel vaker te vroeg met instrumenten, nooit te laat!”

 



Hoe zit dat met die TR-909, waarom zou je een grotendeels op analoge synthese gebaseerd instrument ontwikkelen, terwijl het toverwoord in die tijd toch overduidelijk ‘digital sampling‘ was.

“De cymbals en de hihats waren ook samples, de rest was analoog. Het was dus het eerste instrument dat deze twee technieken combineerde. Roger Linn deed alles met sampling, maar in die tijd was geheugen erg duur. Ik dacht; hoe kan ik de kosten reduceren? Wel, analoge klankopwekking was veel goedkoper. Bovendien klonk het voor klanken als bongo's en conga's ook veel beter dan digitaal in die tijd. Voor de cymbals was digitaal weer veel beter, dus ik dacht: een combinatie is het beste.


De markt reageerde anders, die dacht bij alles wat digitaal was: “Ahhh! Digital is good!” (Compleet met enthousiast gezicht en opgeheven armen). Men zag niets in het idee van hybride technieken. Zonder echt te luisteren naar het geluid, werd het product afgewezen. Later werd het opgepakt door een heel andere groep muzikanten. Ik heb in dat opzicht erg veel bewondering voor muzikanten. Als ik een product maak, heb ik een bepaald beeld in mijn hoofd, hoe het zou moeten klinken en welke klanken je ermee kunt maken. Muzikanten doen altijd veel meer met een instrument, dan wat ik ooit heb kunnen bedenken. ‘That’s a wonderful!’


Bij het ontwikkelen van een instrument, gaan wij ook bij muzikanten te rade, we praten over hun ideeën en haken daar op in. Luisteren, dat is ons werk. Als je alleen maar met verkopers praat, gaat het om omzet en afzet. Zo kun je geen muziekinstrumenten maken. Er zijn ook muzikanten die vragen: waarom neemt Roland de TB-303 niet weer in productie? Nou ja; als we dat zouden doen, zou de tweedehands markt natuurlijk hélemaal inzakken. Door dat dus niet te doen, maken we waarschijnlijk juist een hoop mensen blij.


Wanneer iets gemakkelijk verkrijgbaar is, is er geen ‘verlangen’ meer. Bovendien is het ook moeilijk het ding weer te maken, aangezien die onderdelen niet meer gangbaar zijn. Vandaag de dag kun je de TB-303 net zo goed in software namaken. ReBirth is een goed voorbeeld. De makers daarvan (Propellerhead Red) vroegen ons of ze onze toestemming hadden. Ja natuurlijk! We hebben ze ook geholpen. Zo maak je een nieuwe markt, dat is geen concurrentie of zo. Roland wil graag samenwerken.”

 

Driedimensionaal geluid

Roland is op synthesizergebied een dominante naam. Bijna iedereen die iets met synthesizers doet heeft wel een of meer Rolands in zijn rack of onder de vingers. In het verleden heeft Roland dus nogal wat invloed op de markt gehad, maar dan nu de toekomst: Hoe ziet de meest ideale synthesizer er volgens Roland uit en wat kunnen we verwachten?


“Tot nu toe heeft de synthesizer al twee of drie ontwikkelingsstadia doorgemaakt. In het begin had je een synthesizer met veel te veel knoppen en draden, om slechts een éénstemmig geluid te maken. Daarna werd het vierstemmig, achtstemmig –de jupiter8-, zestienstemmig, tweeëndertigstemmig en vandaag de dag: no limit. Inmiddels neemt de CPU het over van de knoppen, om allerlei parameters te besturen. De knoppen zijn niet meer nodig en de bediening wordt teruggebracht tot een klein schermpje.


Tegelijkertijd kun je met die ‘veel te veel knoppen’ wel meteen iets aanraken. ‘Ah wan to change a little bit so an’ so… you can change!’ Maar nu kijk je naar het scherm: ‘Aaargh!!’ Dus wat is nou eigenlijk het beste? Ik denk een combinatie van hard- en software, fifty-fifty. Dat zal de belangrijkste synthesizer van de volgende generatie worden.


Als tweede aspect van de nieuwe synth het volgende. Het geluid van een synthesizer is inmiddels aardig ingeburgerd. Soms is het wel een goed geluid, bruikbaar. In de beginperiode van de synthesizer had je alleen golfvormen als zaagtand, blokgolf en puls. Daar maakten we toen onze geluiden mee, maar zulke golfvormen hebben eigenlijk erg gelimiteerde harmonischen. Om meer drastische geluiden te maken, kwam FM synthese.

 


Dit is een erg goede ontwikkeling, maar het is zo verrekte moeilijk hier een nieuw geluid mee te programmeren; ‘almost new sound come from accident! No logic no?! Just aargh!’ Daarom ging de populariteit naar beneden. Na de Yamaha DX7 komt de Roland D50. Onze Lineaire Arithmetic wordt de nieuwe synthesizer. Daarna komen de zogeheten workstations. Niet alleen geluiden, maar ook een sequencer en effecten in één apparaat. Tegenwoordig zijn er veel geluidsmodules beschikbaar en ze zijn vaak niet eens al te duur. Het blijft echter nog steeds erg dicht bij saxofoon, erg dicht bij hobo, een goed strings geluid, piano. Die golfvormen kunnen we maken.

 

Circle of life?

Maar waar zoeken muzikanten naar? Die zoeken naar iets nieuws. (Kakehashi pakt weer een pen en papier en tekent een cirkel). Zo’n honderd jaar geleden waren er alleen akoestische instrumenten (de cirkel). Die hadden een bepaald sonisch bereik. De vroege elektronica voegde daar een nieuwe categorie geluiden aan toe (er wordt een aansluitend gebied bij getekend). FM creëerde weer een nieuwe categorie. Vervolgens voegde L.A. synthese weer een nieuwe categorie toe (sampling? Red.). Maar dit (Kakehashi tikt met zijn pen op de nieuw ontstane categorieën) zijn tweedimensionale geluiden. Waarom denken mensen dat elektronische geluiden kil zijn en akoestische warm?”


Ik opper dat dat te maken heeft met gebrek aan beweging in het geluid en de speelwijze van de muzikant. “Nee, niet alleen dat.” vervolgt Kakehashi “Het komt omdat elektronisch geluid, al komt het uit twee speakers, nog altijd tweedimensionaal is. Bij akoestische geluiden hoort de ambiance bij het geluid. Dat is een groot verschil. We hebben deze 3D nodig, niet gewoon 5.1, want dat is nog steeds plat. Als je bijvoorbeeld luistert naar een kerkorgel in een kathedraal; dát is een 3D geluid. Jazzmuziek speelt nooit in een kathedraal, maar eerder in een rokerig café, ver na middernacht. Zo’n setting geeft weer een andere ambiance.


Eigenlijk is men nu dus nog steeds te veel bezig met de golfvorm op zich. Je merkt ook dat het moeilijk is om elektronische en akoestische geluiden met elkaar te laten versmelten. Dat komt omdat elektronische geluiden 2D zijn en akoestische 3D. We moeten daarom 3D geluid maken, dan lukt dat wel. Nog een ander punt van zwakte en verkeerd begrijpen van de andere elektronische ingenieurs is… “(Kakehashi neemt de pen weer ter hand en tekent twee min of meer gelijke golfvormen, maar een heeft iets meer amplitude) “… welke is vetter?” Ik wijs braaf naar de grootste.”


Hij beaamt dat, maar gaat peinzend verder “…het oor is een erg interessant apparaat. Heb je wel eens je eigen oor geanalyseerd?” vervolgt Kakehashi: “Je kunt naar het donderen van de bliksem luisteren en tegelijkertijd naar het zoemen van een klein mugje. Allemaal met één en hetzelfde oor! Zonder hulp van andere apparaten. Toch, als ik met muzikanten praat die het hebben over een groot en vet geluid, gaat het hen niet om de luidheid, maar om ‘richness’. De harmonische rijkdom en gedifferentieerdheid van het geluid. Dit is nu mógelijk om te maken en het is een belangrijk punt!”


Ik breng de Neuron van Hartmann ter sprake. Kakehashi reageert: “Dat is toch een andere benadering. Het gaat om de intrinsieke kwaliteit van de klank, het doel is die driedimensionale klankrijkdom te krijgen, zodat het beter met akoestische klanken kan versmelten. We zoeken naar nieuwe elektronische geluiden, met dezelfde psycho-akoestische eigenschappen als akoestische geluiden. Voor de tijd van de Beatles hadden we zo’n soort geluid als het hunne nog niet gehoord, Stravinsky en Mahler werken met heel grote orkesten om nieuwe klanken te maken, om iets te maken dat nog niet eerder was gehoord. Nu hebben we een erg goed gereedschap voor het maken van nieuwe geluiden: elektronica. We kunnen zo’n totaal nieuw geluid maken door technische innovaties. De verbeelding is nu nog de enige rem. Ik denk dat zo’n nieuw type geluid (3D) er uiteindelijk zal komen.”

 

Sound & Vision

Kakehashi neemt even de leiding over en springt naar een ander onderwerp: “Als mensen naar een concert gaan, luisteren ze niet alleen met hun oren, maar ook met hun ogen. Men kijkt naar de leden van het orkest en met name ook naar de dirigent. De muziek lijkt wel aan zeggingskracht te winnen, doordat het oog ook bezig wordt gehouden met die muziek. Dit verklaart het succes van de videoclip. Eigenlijk is het visuele en het auditieve ongeveer even belangrijk.


Wanneer ik naar een concert ga, heb ik het allemaal: 3D geluid, het orkest dat ik kan zien en de atmosfeer. Dat kan niet door een apparaat worden geëvenaard. Ook een cd of lp kan het echte beleven niet evenaren. Zo verzamel ik veel muziek van bijvoorbeeld Oscar Peterson.. Voordat ik hem ontmoette en ik hem live zag, vond ik het gewoon mooie muziek, hierna heeft het voor mij een totaal andere betekenis gekregen. Cd’s en lp’s zijn slechts triggers: ik doe mijn ogen dicht en dan zie ik Oscar. Dus denk ik: het visuele, dat is ons volgende doel.


Vandaag de dag, als er een film wordt gemaakt, wordt het geheel, als de film klaar is naar de postproductie gestuurd om de stemmen en het geluid toe te voegen. ‘That's no good no? Must change this… must do this at once!’. Eigenlijk is het nu zo: de videomensen denken alleen aan het verhaal en de geluidsmensen zijn bezig met: hoe maak ik een realistisch geluid? Er wordt dus heel gespleten met een productie omgegaan en er wordt niet gekeken naar het geheel. Daarom hebben films een regisseur nodig. Met de juiste apparatuur, kan één persoon nu beide maken. Dit is een doelstelling van Roland.”

 

 

De Videocanvas, is die uit dit idee geboren? Kakehashi: “Ja, ja. Dat is al vele jaren terug. Maar nu hebben we Edirol. Je kunt hiermee beeld met midi aansturen. Dat is voor het eerst! Het betekent dus dat je beeld en geluid tegelijkertijd op een simpele wijze kunt besturen. Vandaag de dag zeggen we DTM, oftewel DeskTop Music. Dit moet veranderen in: DTMP, wat betekent: Desk Top Media Productions. Het is slechts een P meer, maar het is erg belangrijk: ‘This is our future!’. Kijk, nu kan iedereen als ie dat wil een cd maken in zijn eigen kamer. Waarom dan geen film? Het is mogelijk! We zijn op zoek naar een totaalbeleving van geluid, beeld en ambiance. Dat is de richting die Roland wil gaan exploreren.”

 

Muziek

Hiermee was het officiële gedeelte min of meer afgerond. Goh, van wat voor soort muziek houdt U eigenlijk ?

Kakehashi: “Ik ben begonnen te luisteren naar klassiek. Toen kwam de rock & roll, dat was natuurlijk ook leuk.” En Dance?? “Ook Dance en pop ja. Eigenlijk geen etnische muziek.” En avant-gardistische, elektronische muziek? Die maken bijvoorbeeld ook gebruik van oude Roland synthesizers. “Ehhhh, op zich interessant, maar ik luister er niet zo graag naar.” Dat is wel waar ze geluid op een nieuwe manier gebruiken, breng ik naar voren. “Ja, dat klopt! Ze zijn zoekende. Onze bedrijfstak heeft dit soort mensen nodig, maar helaas vindt mijn vrouw deze muziek niet mooi….” We schieten in de lach, ja dat is een goed excuus. “….ze houdt meer van een chanson.”


Ineens wordt Kakehashi weer heel serieus en gaat peinzend verder: “De muziek van vandaag is toch nog beperkt. Misschien dat we met een jaar of tien een nieuw geluid kunnen beleven.” Hij grijpt weer naar de pen “Dit is nu, dit is over honderd jaar. Wat voor soort instrumenten hebben we dan? Piano? Ja. Orgel? Ja. Percussie? Ja. Snaarinstrumenten? Ja. En elektronische instrumenten? Ja. Neem nu het orgel. Er is heel veel orgelmuziek geschreven. Die wordt over honderd jaar ook nog gespeeld. Maar hoeveel echte pijporgels zijn er? En hoeveel elektronische? Hetzelfde voor piano. Dertig jaar geleden waren dat allemaal akoestische instrumenten, vandaag de dag is zestig procent digitaal!


Bij gitaar zie je ook iets dergelijks met de ontwikkeling van de elektrische gitaar, waarvan inmiddels zelfs een akoestische solidbody normaal is. Alle vormen bestaan desondanks naast elkaar: akoestisch, elektrisch en elektronisch. We kunnen pianomuziek spelen op zowel een akoestische als een digitale piano. Een nieuwe synthesizer kan een nieuw type muziek doen ontstaan. Zoals een dj. Die maakt op een nieuw soort manier muziek.


Ik zie een proces, vergelijkbaar met het volgende: Als je een computer programmeert, kun je dat op verschillende manieren doen. In machinetaal programmeer je bit voor bit wat het programma moet doen. Vergelijkbaar met de noten van een partituur. Als je in Basic programmeert, werk je met grotere brokken en in grotere stappen. Veel gemakkelijker dus dan de Machinetaal, maar machinetaal is veel preciezer en neemt veel minder ruimte in. Nu is er ruimte zat en heeft het gebruik van machinetaal weinig nut. Het zou ook wel heel veel werk betekenen, gezien de 64 bits stromen van vandaag de dag.


Terug naar de muziek; iedere noot is een bit. Een dj gebruikt frases en flarden van al bestaande muziek. Dat is vergelijkbaar met een hogere computertaal. Op die manier gezien is de dj op dit moment dus eigenlijk de meest geavanceerde muziekprogrammeur.” Aan zijn ogen is te zien dat dit een uitlokkertje is, hij zwakt het vervolgens zelf wat af: “Ja, er is wel erg veel herhaling. Niet zo veel creativiteit… maar wel veel gevoel. De dj’s scheppen een nieuw gebied, begeven zich op onontgonnen terrein. Hoewel er duidelijk grenzen aan zijn. Toch, als we er zo tegenaan kijken, kunnen we gissen naar wat er gaat gebeuren.”

 

Visie

Gedurende het gehele gesprek valt de de enorme, visionaire gedrevenheid op, waarmee Ikutaro Kakehashi op de vragen ingaat. Hij geeft ons blad, Interface, op het laatst ook nog een ‘opdracht’ mee.


“De naam van jullie blad vind ik erg goed gekozen. Interface betekent: de schakel tussen mens en machine. Jullie zien het in ruimere zin en niet alleen maar als een onderdeel van het apparaat zelf. Sommige bladen heten bijvoorbeeld: ‘Keyboards’, waarmee ze zichzelf erg beperken. En dat geldt ook voor een naam als ‘Guitar Magazine.’ Maar de muzikant van morgen zal meer op zijn pad vinden. Ik denk dat het jullie taak is, of jullie strategie moet zijn, niet alleen maar te rapporteren wat er nu op de markt is gekomen, maar ook een bepaalde visie mee te geven, over muziek en technologie. Richting aangeven. Dat kan de toegevoegde waarde van zo’n blad zijn.”


Was dat de reden waarom hij instemde met het interview, terwijl hij als drukbezet man misschien wel betere dingen te doen had? Die vraag hebben we hem niet gesteld. Als ware Japanner nam hij nog enkele foto’s van ons en met enig ceremonieel werd ons uitgeleide gedaan. Eenmaal buiten besef je, al lopend door de stand van Roland, dat de juiste visie grote gevolgen kan hebben. Synthesizers die niet akoestische instrumenten imiteren maar die wel dezelfde creatieve mogelijkheden bieden. Dat klinkt toch prachtig als uitganspunt. Ik ben na dit interview razendbenieuwd naar wat de toekomst te bieden heeft en eigenlijk vooral ook de rol van Roland daarin in het bijzonder.

 

zoeken
zoeken