Monitorcontrollers zijn niet enorm opwindend, maar altijd nuttig in een (home)studio, zeker als je graag een tastbare volumeknop onder de vingers hebt. Palmer maakt al een tijdje de Monicon XL monitorcontroller. Deze krijgt nu gezelschap van drie kleinere varianten: de Monicon S G2, M G2 en L G2. We testten de S en de M. Bekijk ook de demovideo van Palmer, helemaal onderaan dit artikel.
door Stefan Robbers
De Palmer Monicon S G2 heeft een compacte en stevige behuizing van metaal, afgewerkt met zijpanelen die zorgen voor een mooie, strakke studiolook. Het ontwerp is heel minimalistisch en dus lekker overzichtelijk, met in het midden één grote volumeknop op een donker frontpaneel. Naast de volumeknop zit nog een mono-schakelaar. Achterop vinden we een paar in- en uitgangen, uitgevoerd met tulpstekkers.
De Monicon M G2 is qua vormgeving vergelijkbaar, maar wat breder en met meer bedieningselementen. Het frontpaneel bevat eveneens zo’n grote centrale volumeknop, maar ook extra druktoetsen voor mono-, dim- en mute-functies. Achterop zitten twee gecombineerde xlr/jack-ingangen, een 3,5mm stereo ingang en een set xlr/jack voor je monitors plus nog een 3,5mm stereo uitgang. De Monicon S en M zijn volledig passief, en hebben dus geen voedingsaansluiting of adapter.
De Palmer Monicon L G2 is een stuk uitgebreider, waarbij een grote volumeknop wordt aangevuld met meerdere druktoetsen en draaiknoppen voor bron- en uitgangsselectie. Daarnaast zijn er aparte draaiknoppen voor hoofdtelefoon- en aux-volume. Voorop zit een 6,3mm hoofdtelefoonuitgang. De achterzijde biedt twee gebalanceerde xlr/jack-ingangen, een stereo rca-ingang en een 3,5mm aux-ingang. Voor de uitgangen zijn twee stereo xlr-sets en een mono xlr-uitgang aanwezig. Voor de extra functies is een externe voeding nodig.
Betrouwbaar
Voordeel bij een passieve monitorcontroller is dat er geen actieve elektronica aanwezig is in het audiosignaalpad. Het signaal wordt puur mechanisch verzwakt, zonder versterkingscircuits of voedingen in het signaalpad die ruis, vervorming of kleuring kunnen veroorzaken. Dit resulteert in een transparanter en directer geluid. Omdat er geen netspanningsadapter of interne voeding nodig is, zijn passieve modellen volledig stil in werking en is de kans aardlussen of brom erg klein. Ook is de betrouwbaarheid hoog; er zijn minder componenten die kunnen uitvallen en de levensduur is doorgaans langer. De geteste Monicon S en M werken in de praktijk precies zoals verwacht. Er is geen brom of ruis aanwezig en het volume is prima doseerbaar. De volumeknop is net groot genoeg voor een precieze bediening en loopt niet te licht en ook niet te zwaar.
Conclusie
De Monicon S en M zijn handig, compact en redelijk betaalbaar. Vraagt je studiosituaties om een nauwkeurige volumeregeling zonder verdere aanvullende schakelmogelijkheden, dan bieden beide controllers een efficiënte oplossing, met een neutraal signaalpad zonder ongewenste elektronica. De bouwkwaliteit is prima. De S is erg klein, wat handig kan zijn in portable setups. Mede daardoor heeft deze echter wel tulpaansluitingen, wat in studio-setups niet zonder meer aan te sluiten is op mixers en speakers. De M heeft gelukkig xlr- en jackaansluitingen, maar het was fijn geweest als ook de uitgangen als combi-jack/xlr’s waren uitgevoerd. Verder zijn het echte no-nonsense controllers die hun werk goed doen. De bediening is eenvoudig en prettig. Heb je in de studio meerdere speakers of bronnen, dan loont het de moeite om naar de uitgebreidere Monicon L te kijken.
HET OORDEEL
+ simpel en overzichtelijk
+ comfortabele volumeknop
– tulp-connectors op S-model
‒ geen aparte hoofdtelefoonuitgang
INFO
SPECIFICATIES
Palmer Monicon S G2
Palmer Monicon M G2
Palmer Monicon L G2
Demovideo van Palmer: